Bepaal de positie waar de wandplank moet komen (houd rekening met hartmaat van de gaten in de wandplank), trek hier met een potlood en waterpas een rechte lijn (niet langer dan de wandplank). Tip plak eerst schildertape op de muur voor u gaat afteken, kijk hier wel uit met behang.

2. teken de gaten af op de muur, bepaal deze door de blindewandplankdragers in de wandplank te stoppen. (zie foto's) Boor met een boor (type boor is afhankelijk van wat voor soort muur u heeft)  van 10mm (Minimaal 65mm diep). Boor in elk geval dieper dan dat de plug lang is, de meegeleverde schroeven zijn langer deze gaan door de plug heen waardoor deze een betere werking heeft.

3. Zuig met een stofzuiger de gaten uit en verwijder het overige stof. Plaats nu de meegeleverde pluggen in de gaten, sla eventueel voorzichtig met een (rubber)hamer de pluggen verder in de muur, zodat deze gelijk zit aan de muur.

4. Draai nu de meegeleverde blindewandplankdragers in de pluggen, vast rechtsomdraaien en los linksomdraaien. Draai de blindewandplankdragers zover in het gat dat het schroefdraad niet meer zichtbaar is. Let op niet te strak aandraaien, als u er te veel kracht opzet kunnen ze afbreken.

5. Houd de wandplank met de gaten voor de blindewandplankdragers, en schuif de wandplank voorzichtig over de blindewandplankdragers. Gaat dit de eerste centimeters niet soepel, dan kunnen de blindewandplankdragers na gesteld worden, door eenvoudig de blindewandplankdragers kleine slagen links of rechts te draaien.